
Een paar dagen geleden, onderweg in de metro naar het Shinjuku-district, zag ik een bordje met een pijl en daaronder in het Engels: Hie Temple. Het wekte mijn nieuwsgierigheid. Op Google Maps ontdekte ik dat de tempel vlak bij Aoyama ligt, de wijk waar wij verblijven. Het heiligdom bevindt zich midden in ‘politiek Tokio’. Rondom liggen, naast het imposante National Diet Building – het parlementsgebouw van Japan – allerlei regeringsgebouwen, en even verderop begint het terrein van het Keizerlijk Paleis. Voor mij reden genoeg om de wekker vroeg te zetten. Vandaag was dé dag!
Roltrap tussen de wolkenkrabbers

Om acht uur stond ik op het perron van de Ginza-lijn, met als bestemming Tameike-Sannō Station. Zodra ik uitgang nummer 5 uitstapte, keek ik uit over een indrukwekkende skyline van wolkenkrabbers en brede, verlaten lanen met perfect wit geschilderde zebrapaden en rijen bomen die in warme herfsttinten kleurden.

De Hie-tempel ligt in Nagatachō, het machtige politieke hart van Tokio. Later ontdekte ik dat er meerdere trappen zijn om de top van de heuvel te bereiken waarop de tempel is gebouwd. Ongemerkt was ik er aan een paar voorbijgegaan, geleid door Google Maps, dat me naar een weids plein met een ellenlange roltrap had gestuurd. Wel zo gemakkelijk.
De Hie-tempel

Op dit vroege uur waren er nog maar weinig toeristen – precies de reden waarom ik voor dit soort uitstapjes altijd vroeg opsta. Op het tempelplein stond een groep zakenmannen, strak in het pak, van allerlei nationaliteiten, die daar blijkbaar hadden afgesproken. Het viel me op dat ook veel zakenlieden alleen de tempel aandeden voor een snel gebed. Ze zetten hun computertas tussen hun benen, bogen tweemaal, klapten in hun handen en sloten af met een laatste buiging. Achter hen torenden de glazen kantoorgebouwen van Tokio hoog boven het complex uit. Hier, tussen wierook en beton, botsen spiritualiteit en macht.

Berggod Ōyamakui-no-Kami en zijn apen

De Hie-tempel is een Shinto-heiligdom. Shinto is de inheemse Japanse religie waarin kami – goden of geesten die in natuur, bergen, rivieren en heilige plekken wonen – worden vereerd. Deze tempel is gewijd aan Ōyamakui-no-Kami, de berggod van de Hie-berg in de prefectuur Shiga.

De geschiedenis van de tempel gaat terug tot de Kamakura-periode (12e–14e eeuw), maar de huidige locatie – in Nagatachō – werd pas in 1659 gekozen. Shōgun Tokugawa Ietsuna liet de tempel toen herbouwen en verplaatsen, nadat het eerdere heiligdom bij het Edo-kasteel, het huidige Keizerlijk Paleis, door brand was verwoest.

Bij de ingang van de tempel staan twee stenen apen, de boodschappers van Ōyamakui-no-Kami. Ze symboliseren bescherming en voorspoed, en kijken met strenge blik neer op iedereen die voorbijkomt.
Rode torii-poortjes en een heilig zwaard

Het tempelcomplex is beroemd om zijn traditionele architectuur in de Gongen-zukuri-stijl en de opvallende rij rode torii-poortjes die zich als een galerij tegen de heuvel omhoog slingert – een trap die je móét beklimmen (of afdalen).

In een apart gebouwtje op het terrein wordt een heilig zwaard bewaard, een symbool van kracht en bescherming dat in verband wordt gebracht met de god Ōyamakui-no-Kami. Je kunt het achter glas bewonderen. Tijdens rituelen speelt het een centrale rol als wapen tegen kwade invloeden en als bron van zegen voor de gelovigen.
Oase van rust en contrast
Op de heuvel rond de tempel groeien gigantische bomen en hoge bamboescheuten. Ik kan me goed voorstellen dat deze plek voor de inwoners van Tokio een oase van rust en spiritualiteit vormt te midden van hun jachtige bestaan. De korte metrorit ernaartoe was voor mij al een beproeving: overvolle wagons, mensen zo dicht opeengepakt dat vasthouden overbodig was.

Het groen van de tempel bood verlichting, al was het vandaag daar boven op die heuvel verre van stil. Naast het terrein werd is een lawaaierig bouwterrein met hijskraan, tuinmannen zaagden een tak van een van de oude bomen af met een kettingzaag, en de groep zakenlieden op het plein leek alleen maar groter en spraakzamer te worden.
National Diet Building

Na mijn bezoek wandelde ik naar het nabijgelegen National Diet Building. De imposante granieten gevel en de hoge centrale toren stralen macht en waardigheid uit. Het gebouw domineert de omgeving en verankert het politieke hart van Japan in steen.
Nog meer tempels

Terug in Aoyama maakte ik, op weg naar huis, een ommetje naar een klein tempeltje dat ik vaak was voorbijgelopen. Daar, in de eenvoudige tuin van de Kōtokuji-tempel, vond ik de rust die ik in de Hie-tempel had gemist. Ik was alleen. Vogels floten. Naast de tempel was een kleine begraafplaats met een hoge boom. Vanaf de paadjes tussen de graven kon ik de hoge kantoren van dit business district zien maar hier was het stil en vredig.

Moraal van het verhaal :-)
Het blijft frappant hoe vaak we ver weg zoeken wat eigenlijk vlak bij ons ligt. Toeristische trekpleisters zijn niet voor niets populair – ze hebben hun eigen schoonheid – maar de mooiste plekken, en momenten, vind je zelf. En daar hoef je niet ver voor te reizen. Of veel geld voor neer te tellen.

Alhoewel… maar dit slechts als eigenaardigheidje over het vinden van rust, blijkbaar het thema van vandaag. Bij de uitgang van de Kōtokuji-tempel hing een kastje met folders, en ik nam er eentje mee. De tekst was in het Japans, maar thuisgekomen begreep ik uit de prijslijst dat je er een graf kunt kopen: 0,8 vierkante meter voor 2.500.000 yen, zo’n 14.000 euro. Dat komt aardig overeen met de huizenprijzen, want in Aoyama beginnen bij zo’n slordige 15.00 euro per vierkante meter. Zelfs de eeuwige rust heeft in Aoyama een marktwaarde :-)















