
Eén van de wijken in Tokio waar ik graag kom, is Yanaka. Hier voel je nog het oude stadsgevoel, ver weg van neonreclames en wolkenkrabbers. De buurt heeft de grote aardbevingen en bombardementen van de twintigste eeuw goed doorstaan. Veel lage houten huizen, smalle straatjes en traditionele winkels zijn bewaard gebleven. Yanaka wordt vaak omschreven als een nostalgische shitamachi-wijk, met een traag tempo, familiezaakjes die al generaties lang bestaan en buurtbewoners die elkaar – en zelfs een verdwaalde bezoeker zoals ik – op straat vriendelijk groeten.

Vanuit Aoyama, waar ik verblijf, is Yanaka makkelijk te bereiken. Tien haltes met de Chiyoda Line vanaf de bekende winkelstraat Omotesando en je stapt uit in Nishi-Nippori. Exit 1, een kleine U-turn en dan volg je het weggetje tussen het spoor en het Nishinippori Park omhoog. Loop alsmaar rechtdoor tot je aan je rechterhand de beroemde trappen van Yanaka Ginza ziet. Deze gezellige winkelstraat is een feest voor de zintuigen: eenvoudige eetzaakjes, ambachtsateliers en kleine boetieks waar locals hun dagelijkse boodschappen doen. Geen grote ketens, wel traditionele snacks, handwerk, retrodetails en gevels die variëren van sober oud tot heerlijk ‘kawaii’ (cute).

Tempels en begraafplaatsen


Ben je nog nooit in Yanaka geweest, dan mag een bezoekje aan Yanaka Ginza niet ontbreken. Maar er is nog veel meer te zien. Yanaka telt talloze tempels en begraafplaatsen. Zo staat de uitgestrekte Yanaka-begraafplaats bekend om zijn kersenbomen. Het is bovendien de laatste rustplaats van Tokugawa Yoshinobu, de laatste shogun van Japan. Ik kan er uren dwalen over de kronkelende paden, langs grafstenen en katten die zich koesteren in de zon. De rust en stilte zijn bijna tastbaar – en zeldzaam in Tokio. Voor mij is dit zo’n plek waar je hoofd vanzelf leeg raakt.
Asakura Museum of Sculpture

Tijdens één van mijn bezoeken aan deze wijk ontdekte ik het Asakura Museum of Sculpture (in plaats van rechtsaf te slaan naar de Ginza Yanaka, loop je na de kruising rechtdoor). Het was die dag gesloten, maar toen ik er een paar weken geleden weer eens in Yanaka was – dit keer wel op een openingsdag – nam ik er een kijkje. De toegangsprijs is 500 yen (ongeveer 3 euro). Een bescheiden prijs voor een prachtig museum, ooit het huis en atelier van beeldhouwer Fumio Asakura (1883-1964). Hier woonde en leefde de beeldhouwer en ontving hij zijn studenten.
Een hoge, met daglicht overgoten betonnen studio in westerse stijl staat in contrast met het traditionele Japanse woonhuis ernaast, gebouwd rond een serene binnenhof met vijver. Die vijver draagt de poëtische naam Goten no Ike, ‘Vijver van de vijf constante deugden’ – een verwijzing naar de idealen die Asakura in zijn leven, werk en huis nastreefde. Welke dat precies waren, werd in het museum keurig uitgelegd, maar eerlijk is eerlijk: ik kan ze me niet allemaal meer herinneren. Foto’s maken mag hier namelijk niet. Wel bleef me bij dat Asakura vond dat je ook weer niet té deugdzaam moest zijn – want dan sla je door. Een levenswijsheid die ik onmiddellijk omarmde.
Zijn hang naar puurheid zie je terug in de tuin: bijna alle bloemen zijn wit, symbool voor zuiverheid. Bijna – want er is één rode bloem. Voor de imperfectie. Zelfs in een zorgvuldig uitgedacht leven hoort een rafelrandje.
Het is heerlijk om door het traditionele huis te dwalen en om niet alleen Asakura’s bronzen beelden te bewonderen, maar ook zijn bibliotheek, gebruiksvoorwerpen en de doordachte architectuur. Asakura had zo zijn eigen ideeën over huis en tuin, en het verhaal gaat dat de vakmensen die zijn plannen moesten uitvoeren, geen gemakkelijke tijd met hem hadden.
Kyoko Asakura, de jongste dochter
Fumio Asakura had twee dochters. De oudste, Setsu Asakura, werd schilder en decorontwerper; de jongste, Kyoko Asakura (1925 -2016), beeldhouwster. Dit jaar zou zij honderd zijn geworden en ter ere daarvan waren haar werken te zien in de hoge, sfeervolle studio. Haar beelden verrasten me: modern, krachtig en uitgesproken vrouwelijk. Zonder te weten dat ze van Asakura’s dochter waren – een vriendelijke museumvrouw verklapte het later – dacht ik meteen: ‘Dit kan niet door een man gemaakt zijn.’
Kyoko’s portretkoppen stralen een moderne vrouwelijkheid uit: het zijn mooie, jonge vrouwen met lang haar, slanke armen en lange, sierlijke vingers. De volledige figuren zijn levensgroot, natuurlijk van houding en – opvallend – gekleed. Geen klassieke naakten, maar vrouwen in jaren-zeventigstijl: spijkerbroeken met lage taille, shorts, topjes, laarzen, zelfs een hoed met brede rand. Je verwacht bijna dat ze zo een gesprek met je aanknopen.
Fotograferen is verboden, maar…
Van Asakura zelf zag ik deze keer minder werk; dat had plaatsgemaakt voor de tentoonstelling van zijn dochter. Maar zijn geest was overal voelbaar. Ver zijn tijd vooruit liet hij een daktuin aanleggen waarin hij samen met zijn studenten werkte. “Growing nature develops an eye for beauty,” zei hij. De tuin gebruikte hij om licht, schaduw en natuurlijke vormen te bestuderen.

Tot slot nog dit: fotograferen is in het museum strikt verboden. Zo strikt zelfs dat ik dames op stoelen zag zitten met een bordje waarop dat nog eens werd bevestigd. Maar — typisch Japans — er is één uitzondering. Vlak bij de Natural Mind Room ligt een ronde stip op het tapijt; alleen als je daar staat, mag je een foto maken van de binnenplaats en het omliggende huis. En ja — die kans liet ik natuurlijk niet voorbijgaan.
Mount Takao: herfstmagie in de bergen bij Tokio
Tempels bezoeken in Tokio. De Hie-tempel, een berggod en apen
Japan: bezoek aan de Sensoji-tempel in Tokio














